POZ – nieuw pensioenvehikel voor zelfstandigen zonder vennootschap
Pensioen

De tweede pensioenpijler is toegankelijker gemaakt voor zelfstandigen die als natuurlijke persoon werken.

Vanaf de geplande inwerkingtreding op 1 juli 2018 werd aan de vraag naar een bijkomende pensioenopbouw in eenmanszaken een concrete invulling gegeven. Deze zelfstandigen hadden vroeger immers niet de mogelijkheid, in tegenstelling tot zelfstandigen binnen een vennootschap, om in de tweede pijler een pensioen op te bouwen binnen het interessante fiscale kader van de 80%-regel (IPT/groepsverzekering). Het doel van de nieuwe wet is om beide regelingen zo gelijk mogelijk te laten lopen.

Zelfstandigen die sociale bijdragen betalen voor een hoofdberoep, met of zonder vennootschap, hebben toegang tot het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ). Bedrijfsleiders (met vennootschap) kunnen zich daarenboven ook vanuit de vennootschap een aanvullend pensioen toezeggen. Dit gebeurt doorgaans via een groeps-, maar tegenwoordig (steeds) meer nog via een individuele pensioentoezeggingsverzekering (IPT). De vennootschap kan in het kader van zo’n groeps- of IPT-verzekering binnen de veel ruimere 80%-grens extra pensioenpremies storten; meestal een veelvoud van de maximale VAPZ-premie. Zelfstandigen zonder vennootschap genieten die mogelijkheid niet.

Om deze ongelijkheid te remediëren heeft de wetgever een nagelnieuw pensioenvehikel bedacht: de pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ), die cumuleerbaar is met het bestaande VAPZ.

Voor wie?

De zelfstandigen die toegang hebben tot de POZ zijn dezelfde als zij die toegang hebben tot het VAPZ (zie hoger), behoudens dan de bedrijfsleiders. Het gaat dus essentieel om eenmanszaken en vrijeberoepers in hoofdberoep, maar ook om eenmanszaken en vrijeberoepers in bijberoep met voldoende hoge inkomsten, alsook meewerkende echtgenoten of partners met zogeheten maxistatuut.

POZ in cijfers

De door de zelfstandige betaalde POZ premies genieten een belastingvermindering van 30%. In het zog hiervan spaart de belastingplichtige ook de aanvullende gemeentebelasting uit. Op de POZ-premies is, net zoals bij een groeps- of IPT-verzekering voor bedrijfsleiders, een premietaks verschuldigd van 4,4%. De voormelde belastingvermindering op de POZ-premies wordt slechts toegekend in de mate dat daarmee geen pensioenkapitaal wordt gevormd dat de 80%-grens overschrijdt. De 80%-grens krijgt echter voor de POZ een eigen invulling (rekening houdend met het gemiddelde beroepsinkomen van de drie vorige jaren) die op menig vlak afwijkt van de 80%-grens die vandaag al geldt voor de groeps- en IPT-verzekering.

De uiteindelijke uitkering (na inhouding solidariteitsbijdrage en riziv-bijdrage) op het ogenblik van de effectieve wettelijke pensionering (of bij overlijden) wordt belast aan 10% (excl. Gemeentebelasting).

Als u reeds de maximale VAPZ-premie stort en nog financiële ademruimte over heeft, kan de POZ een interessante aanvulling op uw VAPZ vormen.

Heeft u vragen? Aarzel niet om ons te contacteren aangaande.

1000+
Bedrijven geholpen
10+
Experts in dienst
40j
Ervaring
400+
Projecten

Ervaring

Gewaardeerde competentie

Van kleine en middelgrote ondernemingen tot beursgenoteerde multinationals, van zelfstandigen en vrije beroepen tot organen van de Europese Unie… Van den Berghen Accountants & Fiscale Juristen wordt al ruim 40 jaar gewaardeerd door een grote verscheidenheid aan cliënten in de meest uiteenlopende sectoren.

Contacteer ons vandaag voor een kennismakend gesprek

Cookie voorkeuren
Close Cookie Preference Manager
Cookie Settings
Deze website gebruikt cookies om bezoeker statistieken te meten via Google Analytics. We vragen u eenmalig hiervoor toestemming te geven. Meer over ons cookiebeleid.
Functionele cookies (altijd)
Deze cookies zijn nodig voor de basisfunctionaliteit van de website.
Made by Flinch 77
Oops! Something went wrong while submitting the form.